Whisky heeft een alcoholpercentage van minimaal 40%. Van graan (bijvoorbeeld gerst, mais, rogge en tarwe, maar tegenwoordig ook quinoa) wordt een beslag gemaakt. Dat beslag laat men vervolgens gisten. Gist zet de in het beslag aanwezige suikers om in alcohol. Zo ontstaat een vloeistof met ongeveer 7,5% alcohol. Deze vloeistof wordt gedistilleerd en vervolgens wordt dit resultaat verdund tot 65% alcohol en in eikenhouten vaten opgeslagen om te rijpen. Het rijpen duurt minimaal 3 jaar, alleen dan mag het whisky genoemd worden. De leeftijd van een whisky slaat op de tijd dat hij gerijpt heeft. De smaak en de kleur is afhankelijk van de manier waarop de whisky rijpt.
Er zijn verschillende soorten whisky: